Als klant kunt u voor zowel gecertificeerd, als niet gecertificeerd vakkundig herstel van vloeistofdichte voorzieningen terecht bij Symitech B.V.

Herstel van vloeistofdichte voorzieningen

Elke vloeistofdichte voorziening heeft een bepaalde levensduur. Ongeacht of deze intensief of minder intensief wordt gebruikt. De levensduur van een voorziening wordt met name bepaald door:

• ontwerp;
• milieubelasting;
• fysische belasting;
• mechanische belasting;
• intensiteit van het gebruik de voorziening;
• frequentie Onderhoud (reiniging);
• wijze van reiniging;
• deskundigheid bij de toepassing van de voorziening;
• mate van preventief onderhoud.

Veelal is onvermijdelijk dat herstelwerkzaamheden naar aanleiding van een uitgevoerde Bedrijfsinterne Controle dienen te worden uitgevoerd.

Herstelmaatregelen behoren tot de jaarlijkse verplichting die op het onderhouden van een vloeistofdichte voorziening rusten. Zij maken een onderdeel uit van het vloeistofdicht houden van de voorziening binnen de periode waarvoor het certificaat of de VVV-verklaring is afgegeven.

Symitech B.V. onderhoudt vloeistofdichte voorzieningen zodat emissie van verontreinigende stoffen naar de bodem en of grondwater wordt tegen gegaan. Dit onderhoud gaat veelal gepaard met het jaarlijks herstellen van voorzieningen op basis van de geconstateerde schades bij de bedrijfsinterne controle en opgestelde hersteladviezen.

Het is aan te bevelen om naast het jaarlijks herstel de bodembeschermende voorziening met inachtneming van de belasting te reinigen. Symitech is gecertificeerd om herstelwerkzaamheden aan vloeistofdichte voorzieningen uit te voeren volgens SIBK BRL 7700.

Vloeren die bij wet aangelegd zijn door gecertificeerde aannemers die vermeld staan als erkend bodemintermediair dienen door gecertificeerde aannemers te worden hersteld. Dit gaat gepaard met afgeven van een BHOC (bewijs van herstel onder certificaat.

Voor afleverpunten waarop meer dan 25000 liter per jaar wordt verpompt is dit bij wet geregeld en verplicht gesteld. Natuurlijk kan een blooteigenaar van een stuk grond wat in erfpacht wordt uitgegeven ook nadere eisen stellen aan de wijze waarop een voorziening dient te worden aangelegd en dient te worden onderhouden/hersteld.